Veiligheidsbrillen | Markering en normering

Markering en symbolen

Deze moeten duidelijk en onuitwisbaar zijn aangebracht. Hieronder staan de symbolen die bij lenzen en monturen worden gebruikt.

Lenzen

Optische klasse
Een veiligheidsbril moet optisch neutraal zijn en zo geen vermoeidheid of hoofdpijn veroorzaken. Lenzen bevatten echter diverse typen afwijkingen, die te maken hebben met afbuigingen van lichtstralen. Na testen worden de lenzen in een van de onderstaande drie klassen ondergebracht:
1: Geschikt voor continue werkzaamheden;
2: Geschikt voor periodieke werkzaamheden;
3: Geschikt voor gelegenheidswerkzaamheden.

Ook de impact die lenzen kunnen verdragen van lenzen wordt getest

De S en de F worden gebruikt bij brillen met oorveren. Daarbij heeft S betrekking op CR-39 en minerale lenzen en F op polycarbonaat.
A wordt gebruikt bij ruimzichtbrillen (goggles) en B bij gelaatsschermen.

Optionele symbolen
K: Krasbestendigheid van het oppervlak;
N: Antidampeigenschappen;
T: Bescherming tegen impact bij extreme temperaturen (+ 55˚C/-5˚C).
2: UV-filter;
2c en 3: UV-filter met goede kleurherkenning;
4: Infraroodfilter;
5 en 6: Zonlichtfilter;
1,7 t/m 7: Lasfilter, indien de tintcode niet is aangegeven;

Monturen

Op monturen dient het volgende te worden vermeld:
Fabrikant, CE-certificering en norm (EN 166);
De impactbestendigheid zoals hierboven aangegeven bij lenzen;
Het toepassingsgebied bij brillen:

Specifieke bescherming, aangeduid met de volgende nummers:
3: Vloeistofdruppeltjes en spatten;
4: Grote stofdeeltjes > 5 micron;
5: Gas en kleine stofdeeltjes < 5 micron;
8: Elektrische boogontladingen door kortsluiting;
9: Gesmolten metalen en hete vaste stoffen.

H: montuur voor kleiner hoofd;
Geen symbool: geschikt voor algemeen gebruik.

Europese normen voor oog- en gelaatsbescherming