Typen veiligheidshelmen

Stootpetten

Een stootpet kan gedragen worden:

• in kruipruimtes;
• als bescherming tegen lichte stoten;
• wanneer er geen sprake is van mogelijke vallende voorwerpen.

De stootpet mag niet worden gedragen bij werkzaamheden op hoogte. In die omstandigheden, of wanneer er sprake kan zijn van vallende voorwerpen, is het dragen van een helm wettelijk verplicht. Voor de levensduur en het vervangen van de stootpet gelden in principe dezelfde regels als bij helmen.

+/- stootpetten

Veiligheidshelmen

Veiligheidshelmen zijn er in allerlei typen, met en zonder toebehoren. Van de conventionele bouwhelm die niet op hoogte mag worden gebruikt tot lichte, geventileerde klimhelmen. Veelvoorkomende typen zijn:

• Met normale of verkorte klep.
  Een klep houdt zon en regen tegen. Met een verkorte klep is dit minder of niet het geval, maar wordt het zicht vergroot, vooral als de gebruiker veel omhoog moet kijken.
• Geventileerd of ongeventileerd.
  Een geventileerde helm biedt meer draagcomfort. Met name in de zomer kan ventilatie bepalen of de helm wel gedragen wordt. Een geventileerde helm kan echter niet in alle werkomstandigheden worden toegepast. Wanneer er bijvoorbeeld met vloeibare metalen of gevaarlijke vloeistoffen wordt gewerkt, of wanneer de gebruiker zich bij een hoogspanningsmast bevindt, moet de helm gesloten zijn. Er zijn tegenwoordig ook helmen waarbij de gebruiker zelf de ventilatie-openingen kan openen en sluiten.
• Met of zonder regengoot.
  Met een regengoot loopt er minder water in de kleding. Omdat vloeistoffen zo op een plaats worden gecentreerd, is dit type helm niet geschikt voor werken met gevaarlijke vloeistoffen.
• Met montagesleuven.
  Veel helmen beschikken standaard over montagesleuven (eurosleuven) in de zijkanten. Hierdoor kan gehoor- en gelaatsbescherming worden toegepast. De Europese sleufmaat is 30 mm en daarmee geschikt voor de meeste accessoires. De sleufmaat kan echter per merk verschillen. In dergelijke gevallen kunnen gehoor- en gelaatsbescherming met behulp van een adapter gemonteerd worden.

1. Helm met klep en regengoot.
2. Helm zonder klep en met ventilatie.

Fig.1 Twee typen helmen met verschillende eigenschappen.

Binnenwerken

• Kunststof
  Goedkoop maar minder comfortabel binnenwerk met textiele banden. Geschikt voor incidenteel gebruik, bijvoorbeeld door bezoekers.
• Geweven textiele draagbanden
  Deze variant is ergonomisch verantwoord en heeft een betere schokabsorbtie. In vergelijking met kunststof heeft textiel binnenwerk een hogere weerstand tegen temperaturen en verschillende weeromstandigheden.

Binnenwerken kunnen vier, zes en zelfs acht bevestigingspunten bevatten. Meer bevestigingspunten betekent een betere verdeling van de kracht waarmee de helm geraakt wordt, maar ook iets meer gewicht en warmte.

Er zijn 2 typen sluitingen om het binnenwerk passend te maken

• Met schuifinstelling
  De breedte wordt ingesteld door de knopjes in de gaatjes te bevestigen en vast te klikken.
• Met draaiknop
  Door het draaien aan de knop wordt de breedte van het binnenwerk ingesteld. Dit heeft als voordeel dat het binnenwerk snel kan worden ingesteld, ook wanneer de helm al op het hoofd zit.

Hieronder zijn afgebeeld: een vierpunts schuifbandbinnenwerk, een vierpunts draaiknopbinnenwerk en een zespunts draaiknopbinnenwerk.

Fig.2 4-punts schuifband, 4 en 6-punts met draaiknop.

CenterFit verstelling

Door de twee regelknoppen aan de zijkant van de helm gelijktijdig te activeren, past het binnenwerk zich aan de hoofdomtrek van de gebruiker aan. Zo blijft de positie helm centraal ten opzichte van het hoofd. De knoppen kunnen met handschoenen aan worden bediend. Petzl Helmen met CenterFit systeem zijn bij Safetyfreaks verkrijgbaar.

Fig.3 centerfit verstelling.

Binnenwerk tijdig vervangen

Het is aan te bevelen om het binnenwerk van een helm elk jaar te vervangen. Bij een val of zichtbare beschadiging dient de gehele helm onmiddellijk te worden vervangen.